Toen ik onder de douche stond en een knobbeltje in mijn borst voelde, wist ik eigenlijk meteen al dat het niet goed was. Ik heb de huisarts gebeld en binnen een week stond ik op de poli van het Maasstad Ziekenhuis. Ik kreeg diverse onderzoeken en nog diezelfde dag hoorde ik de uitslag:ik had borstkanker.
Daarmee kwam er gelijk een einde de spanning en onzekerheid. Ik had meteen zoiets van: wanneer gaat ie eraf? Het was voor mij meteen heel duidelijk dat ik geen borstsparende operatie wilde. Ik ken mezelf en dan zou ik altijd bang blijven dat het terug zou komen. Dat zou aan mij blijven knagen. We zouden die week daarna op vakantie gaan en Hanneke, mijn casemananger, raadde ons aan om dat gewoon door te laten gaan. Die ontspanning konden we wel even gebruiken en zij zou intussen alles regelen. Volgens afspraak belde ze me tijdens de vakantie op om me te laten weten welke afspraken ze voor me gemaakt had. Dat gaf veel rust. Poortwachtersklier aangetast
Na mijn vakantie werd eerst onderzocht of mijn poortwachtersklier was aangetast. Dit bleek
inderdaad het geval. Omdat ik last had van mijn rib, is er zelfs nog een bot- en orgaanscan gemaakt.
Toch heb ik me geen momenten onzeker, bang of ongerust gevoeld, want de begeleiding was
fantastisch. Ik kon me er met een gerust hart aan overgeven. De dag dat ik geopereerd zou
worden, stond Hanneke me al op de afdeling op te wachten. Ik werd met een dikke knuffel
begroet. Toen ik even later naar de operatiekamer werd gereden, kwam de chirurg, dokter Contant, naar me toe, trok de gordijnen om het bed dicht om me eerst te vragen hoe ik me voelde, of ik bang was of nog ergens behoefte aan had. Iedereen werkte mee aan dat warme,
persoonlijke contact. De sfeer was ontspannen en er werd alles aan gedaan om het voor mij comfortabeler te maken. Dat alles heb ik als heel fijn ervaren.
Multidisciplinair overleg
Ik kwam in aanmerking om aan een grote test in Amerika mee te doen. Er werd dan een soort mammaprint gemaakt, alleen dan veel uitgebreider. Het weefsel van mij dat werd opgestuurd, werd op allerlei aspecten getest en aan de hand daarvan werd beoordeeld of ik chemotherapie zou
krijgen. Het mooie aan het Borstcentrum ZuidHollandZuid is het overleg met een groot team en dat alles door meerdere artsen wordt beoordeeld. Daar ben ik natuurlijk ook besproken, en omdat er uit de test bleek dat de kans op terugkeer van borstkanker bij chemotherapie 1% kleiner
was dan wanneer ik geen chemotherapie zou ondergaan, werd gezamenlijk besloten dat ik dat niet zou krijgen.
Fijne begeleiding
Ik krijg nu alleen hormoontherapie en gelukkig heb ik geen last van bijwerkingen. Ik ben dan wel meteen in de overgang gekomen en had in het begin wat last van mijn handen en knieën, maar misschien had ik dat anders ook wel gehad. Ik ben nog steeds heel blij met de begeleiding
van het team. Hanneke was eerst mijn casemanager en
nu zij weg is, heeft Lenny het overgenomen. Ik mocht en mag altijd bellen en dat is gewoon fijn. Het hele team is fantastisch. Ze hebben me overal ontzettend fijn mee geholpen en daarom kijk ik er ook niet met een akelig gevoel op terug. Als je dan toch borstkanker moet krijgen, dan hoop ik dat je het net zo ervaart als ik en ook kunt terugvallen op het Borstcentrum.
Els
Casemanagement: altijd een vertrouwd gezicht
Het Borstcentrum ZuidHollandZuid is een samenwerking tussen Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Ikazia ziekenhuis, Maasstad Ziekenhuis en Spijkenisse Medisch Centrum.
Dankzij de wekelijkse videoconference, waarbij alle patiënten besproken worden én de symposia die vier keer per jaar door het Borstcentrum ZuidHollandZuid wordt georganiseerd, spreken Roos Los, verpleegkundig specialist mammacare in het Maasstad Ziekenhuis, en Jennifer Bakker, verpleegkundig
specialist chirurgische oncologie in het Ikazia ziekenhuis elkaar regelmatig. Beiden zijn als casemanager nauw bij ‘hun’ patiënten betrokken en ze spreken met veel passie over hun vak. ‘Je merkt dat de patiënten daar ook veel waardering voor hebben. In die rollercoaster waarin ze vanwege hun borstkanker terecht zijn gekomen, zijn wij een vast gezicht. We bouwen echt een band met de patiënten op’, vindt Roos. ‘Ja, ze hebben één vast gezicht waarbij ze hun verhaal kwijt kunnen’, beaamt Jennifer. ‘Alle patiënten zien hun medisch specialist, maar wij hebben gewoon net wat meer tijd en zijn
laagdrempelig bereikbaar voor de patiënt. Er is aandacht voor het ziek zijn én alle praktische dingen en sociale zaken daaromheen. Hoe gaat het thuis?
Kunnen we nog wat voor je betekenen? Wij kunnen net dat stapje extra doen
en daarmee maak je voor de patiënt wél het verschil.’
zijn één van de eersten die ze tegenkomen wanneer ze naar het ziekenhuis worden doorgestuurd’, legt Roos uit. ‘We bespreken de ziektegeschiedenis en doen een lichamelijk onderzoek voordat we de patiënt doorsturen naar de radioloog. Nadat ze bij de radioloog is geweest, komt ze uiteindelijk
weer bij ons terug voor de uitslag. In het Maasstad Ziekenhuis hebben we de eendagsdiagnostiek, waarbij een patiënt nog dezelfde dag de eerste uitslag hoort. Deze krijgt ze niet alleen mondeling, maar ook op papier mee, zodat ze alles nog even in alle rust kan doorlezen.’ Jennifer vult aan: ‘Als Borstcentrum werken we in alle vier de centra min of meer op dezelfde manier. Het kan op kleine punten hier en daar iets verschillen. In het hele traject hierna blijft de casemanager het vaste aanspreekpunt. Tijdens kantooruren kunnen patiënten bellen met hun casemanager en buiten kantooruren met de verpleegafdeling of spoedeisende hulp.’
Meerwaarde
Jennifer vertelt enthousiast verder: ‘Dankzij het wekelijkse multidisciplinair overleg kun je je kennis delen, is je bereik groter en kun je mét elkaar een plan maken. Je kunt met elkaar meedoen aan wetenschappelijke studies of sneller in aanmerking komen voor een subsidie om iets extra’s voor de
patiënten te betekenen. Zo hadden we, dankzij een gift van de Roparun, 600 verzorgings-BH’s gekregen. Deze adviseren we patiënten direct na de operatie aan te doen om de pijn te verlichten en zwelling tegen te gaan. Niet iedereen kan dit betalen en dankzij die gift konden we hier toch veel
vrouwen blij mee maken. Het zou fijn zijn als we hiervoor een nieuwe sponsor kunnen vinden of subsidie kunnen krijgen.’
Het hele artikel is ook te lezen in het For You magazine